werker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  werker    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛrkər/ (2 lettergrepen); /ʋɛrkɘr/
Woordafbreking
  • wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werker werkers
verkleinwoord werkertje werkertjes

Zelfstandig naamwoord

dewerkerm

  1. iemand die werkt
  2. iets om op of mee te werken bijv. een hoogtewerker
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord werker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.