gezwets

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gezwets    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·zwets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezwets -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgezwetso

  1. onsamenhangend gepraat, gewauwel

Gangbaarheid

  • Het woord gezwets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.