gifkikker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gifkikker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gif·kik·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gifkikker gifkikkers
verkleinwoord gifkikkertje gifkikkertjes

Zelfstandig naamwoord

degifkikkerm

  1. (kikkers) giftige kikker
  2. (figuurlijk) venijnig kwaadsprekend persoon
Afgeleide begrippen
  • [1] pijlgifkikker

Gangbaarheid

  • Het woord gifkikker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.