gijl.
Niet te verwarren met: gijl, geil |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gijl. (hulp, bestand)
- IPA: /ɣɛiˈlidə(n)/
Woordafbreking
- gijl.
Woordherkomst en -opbouw
Persoonlijk voornaamwoord
gijl.
- (verouderd) u, als beleefde vorm van jullie (tweede persoon meervoud)
- Jammer dat gijl. niet komt. [1]
Schrijfwijzen
- Gijl.
Gangbaarheid
- Het woord 'gijl.' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.