gijzeling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gijzeling    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gij·ze·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van gijzelen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord gijzeling gijzelingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

degijzelingv

  1. het gevangen houden of nemen van iemand ten einde iets af te dwingen
    • De gijzeling kwam door militair ingrijpen ten einde. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • iemand in gijzeling houden
De man die sinds maandagmorgen half 10 mensen in gijzeling heeft gehouden in de Rembrandttoren in Amsterdam, is dood.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gijzeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.