gild
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gild (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gild
Woordherkomst en -opbouw
- Verkorting van gilde zn ; andere voorkomende varianten waren gilt, gildt en gelt. Doublet met geld zn . [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gild | gilden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de gild v / m, het gild o [2]
- (economie) (historisch) vereniging van vaklieden die eenzelfde ambacht uitoefenen
- vereniging van studentenclubs
Hyponiemen
- bakkersgild
Afgeleide begrippen
- gildhoofd
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord gild staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gild" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ gild op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.