glacis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: glacis (hulp, bestand)
- IPA: / ɣlaˈsi / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- gla·cis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glacis | glacis |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het glacis o
- doorschijnende laag (verf die niet dekt)
- (bouwkunde) hellende lijst of dorpel in de bouwkunde
- (militair) helling aan de buitenkant van een vesting of fort
- meervoud van het zelfstandig naamwoord glacis
Verwante begrippen
- [3] vestingbouwkunde
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord glacis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "glacis" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ glacis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.