gomma

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gomma    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣɔma/
Woordafbreking
  • gom·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gomma -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

degommam

  1. lijm of stijfsel gemaakt met zetmeel van cassave
    • Elke hoofddoek wordt met flink veel gomma gesteven, want hij moet plankhard worden. [3]
  2. (plantkunde) soort boom Guarea gomma  uit het geslacht Guarea  die voorkomt in hoger gelegen delen van het Amazonegebied in Zuid-Amerika en benut wordt om zijn hout, schaduw en geneeskrachtige werking
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gomma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. gomma op website: Etymologiebank.nl
  2. Maizenakoekjes (19 februari 2009) op website: ze.nl; geraadpleegd 2017-01-02
  3. Het Koto Museum
    Angisa Koto Skoro - Het stijven van de stof (8 maart 2010) op website: youtube.com; geraadpleegd 2017-01-02

Italiaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈɡomma/
Woordafbreking
  • gom·ma

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
gomma gomme

gomma v

  1. (materiaalkunde) rubber
  2. (teken- en schrijfmateriaal) gum
  3. (verkeer) autoband
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.