grafmaker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grafmaker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • graf·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grafmaker grafmakers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degrafmakerm [1]

  1. (beroep) iemand die een graf graaft
     Het gezin zat nog volop in het verwerkingsproces van het overlijden, toen de grafmaker van het dichtbijgelegen kerkhof gisteren aanbelde. Die man had net ontdekt dat de grafsteen verdwenen was en was heel erg onder de indruk. ,,Onbegrijpelijk dat onze grafsteen na amper vier maanden gestolen werd. We begrijpen niet dat iemand tot zoiets in staat is.”[2]
  2. (kevers) Silphidae  aastor, aaskever
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord grafmaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Jürgen Eeckhout
    “Ouders radeloos; onbekenden stelen zerk van kindergrafje” (20-12-2017), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.