grauwgeel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grauwgeel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- grauw·geel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van grauw en geel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grauwgeel | grauwgelen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het grauwgeel o [1]
- (kleur) een naar het grauw neigende gele kleur
Verwante begrippen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | grauwgeel | grauwgeler | grauwgeelst |
verbogen | grauwgele | grauwgelere | grauwgeelste |
partitief | grauwgeels | grauwgelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
grauwgeel
- met een grauwgele kleur
Gangbaarheid
- Het woord grauwgeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.