grav

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / gɾɑːʋ /
Woordafbreking
  • grav
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse naamwoord grǫf
Naar frequentie 2354

Werkwoord

grav

  1. gebiedende wijs van grave
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   grav     m: graven
v: grava  
  graver     gravene  
genitief   gravs     m: gravens
v: gravas  
  gravers     gravenes  

Zelfstandig naamwoord

grav, m / v

  1. graf
  2. geul
  3. gracht, greppel, sloot, walsloot
  4. kuil
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Spreekwoorden
  • [4]: Den som graver en grav for andre, faller selv deri (el. i den).
Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   grav     graven     graver     gravene  
genitief   gravs     gravens     gravers     gravenes  

Zelfstandig naamwoord

grav, m

  1. (grammatica) grafeem
  2. (grammatica) een vallend stemgeluid
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • [1]: grav aksent


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / gɾɑːʋ /
Woordafbreking
  • grav
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse naamwoord grǫf

Werkwoord

grav

  1. gebiedende wijs van grave
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   grav     grava     graver     gravene  

Zelfstandig naamwoord

grav, v

  1. graf
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Spreekwoorden
  • [4]: Den som grev ei grav for andre, fell sjølv i ho.
Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   grav     graven     gravar     gravane  

Zelfstandig naamwoord

grav, m

  1. (grammatica) grafeem
  2. (grammatica) een vallend stemgeluid
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • [1]: grav aksent
Verwante begrippen
  • [1]: gravisaksent


Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  grav    (hulp, bestand)
  • IPA: / grɑːv /
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Oudnoordse woorden grǫf en gröf
Naar frequentie 2988
gravs enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     grav     graven     gravar     gravarna  
  genitief     gravs     gravens     gravars     gravarnas  

Zelfstandig naamwoord

grav, g

  1. graf
  2. (grammatica) grafeem (onderdeel van de uitdrukking grav accent accent grave)
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: följa någon till graven
iemand het laatste geleide geven
  • [2]: grav accent
accent grave
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.