grijn

Niet te verwarren met: grein

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grijn    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣrɛin/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • grijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grijn grijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degrijnm

  1. chagrijnig, vervelend, somber, klagend persoon
  2. rozijn
  3. mondzweer
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
grijnen

grijn

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijnen
    • Ik grijn. 
  2. gebiedende wijs van grijnen
    • Grijn! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijnen
    • Grijn je? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'grijn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
53 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.