groenonderhoud

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  groenonderhoud    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • groen·on·der·houd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groenonderhoud
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgroenonderhoudo

  1. alle maatregelen die worden genomen om de begroeide leefomgeving aantrekkelijk te houden
     Vrijwilligers en herintreders werken er aan een betere wijk. Ze knappen oude fietsen op, plegen groenonderhoud en doen allerlei klussen in de buurt. Ook de geveltuintjes staan er weer netjes bij.[1]
     P. werd in de kliniek in Den Dolder voorbereid op terugkeer in de maatschappij. De Gooi- en Eemlander schrijft dat hij in de kliniek werkte op de afdeling groenonderhoud.[2]
     Een kudde heideschapen helpt sinds vandaag bij het groenonderhoud van Paleis Soestdijk. De schapen gaan het landgoed bij het paleis meerdere keren per jaar begrazen.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord groenonderhoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Wie ruimt in Schiedam-Oost het zwerfafval op?” (20-10-2017), NOS
  2. Weblink bron “Zoekactie naar Anne Faber bij Zeewolde opgeschort: niets gevonden” (11-10-2017), NOS
  3. Weblink bron “Schapen ingezet bij groenonderhoud Paleis Soestdijk” (25-03-2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.