groenplan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  groenplan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • groen·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groenplan groenplannen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgroenplano

  1. plan betreffende de beplanting van een bepaald gebied; plan betreffende de groenvoorzieningen in een bepaald gebied
    • De verplaatsing van de bomen vloeit volgens een woordvoerster van het XL Businesspark Twente voort uit het groenplan dat voor het regionale bedrijventerrein is gemaakt. Volgens haar kwam dat tot stand na nauw overleg met natuurorganisatie IVN, de stichting Dorpsbelangen Bornerbroek en een aantal oorspronkelijke bewoners van het gebied, die de bewuste bomen zelf ooit plantten. In totaal worden dertien bomen verplaatst. [2] 
    • Ook zal Wierden niet optreden tegen het bedrijf vanwege de illegale kap van een houtwal. De gemeente wijst daarbij opnieuw naar het nieuwe bestemmingsplan. Daarin staat dat Wolves moet voldoen aan een nieuw groenplan. [3] 
    • De gemeente Losser wordt de komende jaren in de centra stukken groener. Dat wat je in het buitengebied hebt, moet in de centra al aangezet worden. Die opzet staat in een nieuw groenplan voor de komende tien jaar. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'groenplan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.