groentehandelaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  groentehandelaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • groen·te·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groentehandelaar groentehandelaren
groentehandelaars
verkleinwoord groentehandelaartje groentehandelaartjes

Zelfstandig naamwoord

degroentehandelaarm

  1. (beroep) (handel) iemand die voor zijn beroep groente in- en verkoopt

Gangbaarheid

  • Het woord groentehandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.