groepering

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  groepering    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • groe·pe·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepering groeperingen
verkleinwoord groeperinkje groeperinkjes

Zelfstandig naamwoord

degroeperingv

  1. groep mensen met een gedeelde overtuiging of mening
    • Tussen de verschillende gewapende groeperingen barstte de strijd los. 
    • Hij behoort niet tot een politieke groepering. 
  2. het groeperen
    • Hij gebruikt deze methode voor de groepering van de verschillende gegevens in een aantal klassen. 

Gangbaarheid

  • Het woord groepering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.