groepsvakantie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  groepsvakantie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • groeps·va·kan·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepsvakantie groepsvakanties
verkleinwoord groepsvakantietje groepsvakantietjes

Zelfstandig naamwoord

degroepsvakantiev

  1. een vakantie die men viert met een aantal andere mensen die geen familieleden of vrienden zijn

Gangbaarheid

  • Het woord groepsvakantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.