høgde
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈhœgdə /
Woordafbreking
- høg·de
Woordherkomst en -opbouw
- Afleiding van het Noorse bijvoeglijke naamwoord høg met het achtervoegsel -de
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
[A]+[B] | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | høgde | m: høgden v: høgda |
høgder | høgdene |
genitief | høgdes | m: høgdens v: høgdas |
høgders | høgdenes |
Zelfstandig naamwoord
[A] høgde, m / v
- hoogte (van een voorwerp)
- de afstand tussen twee punten, waarvan een punt lager ligt
- (aardrijkskunde) breedtegraad
- (muziek) hoogte, toonhoogte
- de graad van een ontwikkeling
- «Jeg er ikke på høyden.»
- Ik ben niet op de hoogte.
- «Jeg er ikke på høyden.»
Schrijfwijzen
- [1-5]: høyde
Afgeleide begrippen
|
|
|
Verwante begrippen
- [1]: bredde
- [1]: lengde
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: høgde over havet
hoogte boven de zeespiegel
- [5]: være på høgden av sin karriere
op het hoogtepunt van zijn carrière zijn
Zelfstandig naamwoord
[B] høgde, m
Schrijfwijzen
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: flyr in stor høgde
op grote hoogte vliegen
[C] | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | høgde | - | - | - |
genitief | høgdes | - | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[C] høgde, m
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
- høgdehopp
- høgdehopper
- høgdehoppsstil
- høgdehoppstil
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈhœgdə /
Woordafbreking
- høg·de
Woordherkomst en -opbouw
- Afleiding van het Nynorske bijvoeglijke naamwoord høg met het achtervoegsel -de
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | høgde høgda |
tegenwoordige tijd | høgdar |
verleden tijd | høgda |
voltooid deelwoord |
høgda |
onvoltooid deelwoord |
høgdande |
lijdende vorm | høgdast |
gebiedende wijs | høgd |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
Werkwoord
høgde
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | høgde | høgda | høgder | høgdene |
Zelfstandig naamwoord
høgde, v
- hoogte (van een voorwerp)
- de afstand tussen twee punten, waarvan een punt lager ligt
- verdieping
- een hoger gelegen laag of streek
- (grote) hoogte
- (geologie) heuvel, heuvelrug, hoogte
- (muziek) hoogte, toonhoogte
- de graad van een ontwikkeling
- de hoogste punt
- (scheepvaart) positie of koers van een vaartuig ten opzichte van de windrichting
- (scheepvaart) breedtegraad
- (astronomie) hoek (bij de hoekmeting)
- (sport) hoogspringen
Schrijfwijzen
- [1-5]: høgd
Afgeleide begrippen
- [5]: tonehøgd
- [13]: høgdehopp
Verwante begrippen
- [1]: breidd
- [1]: lengd
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: høgde over havet
hoogte boven de zeespiegel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.