hagelsnoer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hagelsnoer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ha·gel·snoer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hagelsnoer hagelsnoeren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hethagelsnoero

  1. snoertje aan de dooier van een ei dat ervoor zorgt dat de dooier in het midden van het ei blijft
Synoniemen
  • chalaza

Gangbaarheid

  • Het woord hagelsnoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
63 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.