haker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  haker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ha·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haker hakers
verkleinwoord hakertje hakertjes

Zelfstandig naamwoord

dehakerm

  1. iemand die haakt
    • Lossen en stokjes; meer steken zijn er niet nodig voor dit babydekentje. En dat is leuk, want daarmee is het ook voor een beginnende haakster –of haker– een haalbaar project. [3] 
    • Dankzij de site Ravelry, een soort Facebook waar drie miljoen breiers, hakers en yarnies (spinners en wolververs) van over de hele wereld elkaar ontmoeten. In deze community is voor iedere denkbare brei- of haaksteek wel een werktekening of videodemonstratie te vinden. Daarnaast bevat Ravelry een enorme garen- en patronendatabase. [4] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'haker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.