halskraag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  halskraag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hals·kraag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halskraag halskragen
verkleinwoord halskraagje halskraagjes

Zelfstandig naamwoord

dehalskraagm [1]

  1. (medisch) een stijve koker die de nek stabiliseert als behandeling na een nektrauma
     De 19-jarige speler kwam woensdag in de slotfase van het duel met Arsenal in botsing met zijn eigen doelman Ederson en moest na langdurige behandeling op het veld met een zuurstofmasker en een halskraag per brancard worden weggedragen.[2]
     Met een halskraag om zat hij naast Miriam in de taxi en probeerde zich een voorstelling te maken van wat hij zou aantreffen.[3]
  2. (kleding) kledingstuk dat om de hals wordt gedragen
     Rembrandt maakte het werk op 29-jarige leeftijd, toen hij in Amsterdam woonde. Op het portret is hij te zien met een zwarte schoudermantel, een vedermuts en een halskraag van een ridder. De waarde van het werk wordt op 30 miljoen pond (37 miljoen euro) geschat.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord halskraag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “City-talent Garcia na harde botsing ontslagen uit ziekenhuis” (18 jun. 2020), De Telegraaf
  3. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
  4. Weblink bron “Portret Rembrandt wel degelijk origineel zelfportret” (11-06-2014), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.