hand-en-spandiensten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hand-en-spandiensten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌhɑntɛnˈspɑndinstə(n)/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hand-en-span·dien·sten
Woordherkomst en -opbouw
  • alleen meervoud, oorspronkelijk een samentrekking van "handdiensten en spandiensten", dus "hand- en spandiensten"; doordat die twee begrippen alleen nog gangbaar zijn binnen dit woord, wordt het beschouwd als een samenstelling en met koppeltekens geschreven [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord - hand-en-spandiensten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dehand-en-spandienstenmv

  1. diverse ondersteunende werkzaamheden
    • Hij gaat vaak op vrijdagochtend naar de club om alvast wat hand-en-spandiensten te verrichten die het de trainers en leiders op zaterdag wat makkelijker maken. "Ballen oppompen, cornervlaggen, dat werk. (…)" [3]
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

  • Het woord hand-en-spandiensten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.