handboeien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  handboeien    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɑndbujə(n)/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈɦɑnt.bu.jə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈɦɑnt.bu.jə(n)/
Woordafbreking
  • hand·boei·en
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

handboeien

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
handboeien
handboeide
gehandboeid
zwak -d volledig
  1. vastbinden van de polsen met behulp van een handboei

Zelfstandig naamwoord

dehandboeienmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord handboei

Gangbaarheid

  • Het woord handboeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.