hanengekraai

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hanengekraai    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ha·nen·ge·kraai
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hanengekraai
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hethanengekraaio [2]

  1. het geluid dat een mannelijke kip maakt
     Hanengekraai in Neede: Normaal gesproken laat een haan tegen het ochtengloren goed van zich horen. Bij de jaarlijkse hanenkraaiwedstrijd van de NPV in Neede worden de hanen echter voor een keer een paar uur langer in het donker gelaten. Bij daglicht mogen ze zich vervolgens één kwartier lang zo vaak mogelijk laten horen.[3]
     Er is buurtonderzoek gedaan, de burgemeester heeft bemiddeld, het hanenhok is geluiddicht gemaakt. Er zijn afspraken gemaakt en in de plaatselijke verordening is gezocht naar mogelijkheden, somde Willemsen op. En wat hem betreft is de koek nu op. IJben en Hannink moeten leven met het gekraai. "Hanengekraai past in een landelijke gemeente.[4]


Gangbaarheid

  • Het woord hanengekraai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. hanengekraai op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Weblink bron “Hanengekraai in Neede” (23-10-2006,), Tubantia
  4. Weblink bron “Gekraai dringt door tot rechtbank” (31-10-2007), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.