hardlijvigheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hardlijvigheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hard·lij·vig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hardlijvigheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehardlijvigheidv

  1. (medisch) het niet of moeilijk kunnen poepen; moeilijke stoelgang
     En bovendien, ze is toch geen specialiste in hardlijvigheid.[2]
     Bij een concert van Leon Russell in Paradiso, eind maart 2012, hield ik het niet meer vol. Voortijdig naar huis gaan was, tot dan, zeer tegen mijn gewoonte, maar een al enige dagen durende hardlijvigheid dwong me richting bed. Dat was op donderdag.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord hardlijvigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
  3. Weblink bron
    Albert de Lange
    “Zo acuut had men darmkanker nog maar zelden gezien” (15 oktober 2014), Het Parool
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.