harnas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  harnas    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • har·nas
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wapenrusting’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1250 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord harnas harnassen
verkleinwoord harnasje harnasjes

Zelfstandig naamwoord

hetharnaso

  1. (militair) een wapenuitrusting gemaakt van metalen platen die het lichaam volledig of grotendeels bedekt
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
harnassen

harnas

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harnassen
    • Ik harnas. 
  2. gebiedende wijs van harnassen
    • Harnas! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harnassen
    • Harnas je? 

Gangbaarheid

  • Het woord harnas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.