hattur
| Niet te verwarren met: háttur, hatur |
Faeröers
Zelfstandig naamwoord
hattur m
IJslands
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈhahd̥ʏr /, / ˈhahtʏr /
| enkelvoud | meervoud | |||
|---|---|---|---|---|
| onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
| nominatief | hattur | hatturinn | hattar | hattarnir |
| genitief | hatts | hattsins | hatta | hattanna |
| datief | hatti | hattinum | höttum | höttunum |
| accusatief | hatt | hattinn | hatta | hattana |
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van de Oudnoordse zelfstandige naamwoorden hattr en höttr
Zelfstandig naamwoord
hattur, m
- (kleding) hoed
- «Stór hattur huldi andlit hans.»
- Een grote hoed bedekte zijn gezicht.
- «Stór hattur huldi andlit hans.»
- (taalkunde) accent circumflex
Hyperoniemen
- höfuðfa
Afgeleide begrippen
- flókahattur
- kúluhattur
- pípuhattur
Verwante begrippen
- hjálmur
- húfa
Verwijzingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.