hechter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hechter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hech·ter
Bijvoeglijk naamwoord
hechter
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van hecht
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hechter | hechters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de hechter m [1]
- apparaat waarmee men kan hechten
- iemand die wat vastmaakt of hecht
Hyponiemen
- liphechter, snelhechter
Gangbaarheid
- Het woord hechter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.