heffer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  heffer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hef·fer
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van heffen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord heffer heffers
verkleinwoord heffertje heffertjes

Zelfstandig naamwoord

dehefferm

  1. apparaat waarmee je iets omhoog kunt brengen
    • Hij ontwierp een transparante duikershelm om onder water onbelemmerd om je heen te kunnen kijken, wilde tegen muren lopen met magnetische schoenen en met zijn ‘Heffer’ op een schijf boven een tafel zweven. [2] 
  2. lift
    • Dat leidt er toe dat af en toe op verschillende niveaus mensen de lift uit moeten én er snel weer in voordat de deur zich automatisch sluit en het vooraf ingetoetste hoog-laag parcours vervolgt. Vooral tijdens de spits, de lunch, kan het druk zijn in de electronisch aangestuurde heffer. Een stief kwartiertje ben je zo onderweg.Brandalarm [3] 
  3. iemand die te vaak het glas heft
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'heffer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.