hejs

Niet te verwarren met: heis, heiß

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈhɑjˀs/
Woordafbreking
  • hejs
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] Afleiding van het Deense werkwoord hejse, dat van het Nederlandse werkwoord hijsen afkomstig is
  • [B] Oorsprong onbekend.

Werkwoord

hejs

  1. gebiedende wijs van hijse
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hejs     hejsen     hejser
hejs  
  hejserne
hejsene  
genitief   hejs'     hejsens     hejsers
hejs'  
  hejsernes
hejsenes  

Zelfstandig naamwoord

[A] hejs, g

  1. (techniek) lift
Synoniemen
Hyperoniemen
  • mekanik
  • teknik
Afgeleide begrippen
  • rudeheis
  • skiheis

Zelfstandig naamwoord

hejs, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van hejs
Schrijfwijzen
  • hejser
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hejs                    

Zelfstandig naamwoord

[B] hejs o

  1. rommel, spul (onbepaalde spullen)
Synoniemen
  • halløj

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.