hekwieler

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hekwieler    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hek·wie·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hekwieler hekwielers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehekwielerm

  1. (scheepvaart) stoomboot met voor ondiepe binnenwateren met twee achter het schip uitstekende schepraderen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hekwieler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
23 %van de Nederlanders;
24 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.