herfstlandschap
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: herfstlandschap (hulp, bestand)
Woordafbreking
- herfst·land·schap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van herfst zn en landschap zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herfstlandschap | herfstlandschappen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het herfstlandschap o
- landschap zoals het er in de herfst uitziet
- ▸ Ik zat recht tegenover haar, uren achter elkaar, in de trein die ons naar Kopenhagen bracht en verder het Zweedse herfstlandschap in voerde.[2]
- ▸ Met een mooie tocht door het Duitse herfstlandschap toog donderdag de laatste groep abonnees naar het natuurreservaat Diepholzer Moor, waar zij in een toeringcar van Omnibusbetrieb Paul Kurten het vogelgebied ingingen, waarbij de bus dienst deed als een mobiele schuil- en observatiehut.[3]
- (schilderkunst) schilderij van een landschap in de herfst
Verwante begrippen
- winterlandschap, lentelandschap, zomerlandschap
Gangbaarheid
- Het woord herfstlandschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)“Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723
- ↑ Weblink bron Hans Berkhout“'Kraanvogelreis is puur genieten'” (11-11-2011), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.