hertrouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hertrouw    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • her·trouw

Werkwoord

vervoeging van
hertrouwen

hertrouw

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hertrouwen
    • Ik hertrouw. 
  2. gebiedende wijs van hertrouwen
    • Hertrouw! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hertrouwen
    • Hertrouw je? 
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hertrouw hertrouwen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dehertrouwm

  1. het opnieuw trouwen

Gangbaarheid

  • Het woord hertrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.