heupbroek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  heupbroek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • heup·broek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heupbroek heupbroeken
verkleinwoord heupbroekje heupbroekjes

Zelfstandig naamwoord

deheupbroekv/m

  1. (kleding) een laag om de heupen zittende broek
    • Een combinatie van een heupbroek met een string noemen we een whaletail. 
    • Bij een heupbroek heb je steeds het gevoel dat de broek afzakt. 

Gangbaarheid

  • Het woord heupbroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.