hispanic

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hispanic    (hulp, bestand)
  • IPA: /hɪsˈpɛnɪk/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • his·pa·nic
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels Hispanic, zelfstandig gebruikt als verkorting van Hispanic American "afkomstig van of betrekking hebbend op Spaans sprekende landen in Zuid- en Midden-Amerika"
enkelvoud meervoud
naamwoord hispanic hispanics
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dehispanicm

  1. (demoniem) bewoner van de Verenigde Staten die roots heeft in Midden- en Zuid-Amerika
    • De jury bestaat nu uit acht zwarten, drie blanken en één hispanic. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord hispanic staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.