latino

Uitspraak

• Geluid:  latino    (hulp, bestand)
• IPA: / laˈtino / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• la·ti·no

Woordherkomst en -opbouw

• van Engels Latino dat zelf weer teruggaat op Spaans latinoamericano "Latijns-Amerikaan"

Zelfstandig naamwoord

de latino m

1. bewoner van de VS met een afkomst uit Midden- of Zuid-Amerika

   • - Een gecoördineerde correctie kan het niet worden genoemd. De negentig buitenlandse journalisten die de Hollywood Foreign Press Association vormen – inclusief schrijver dezes – kiezen anoniem uit meer dan 400 tv-series en honderden films. Maar dat er een verandering in de lucht hangt is duidelijk. Meer en meer weerspiegelt Hollywood het Amerika van zwarte, bruine, latino en blanke families en individuen. ^[1] 

Gangbaarheid

• Het woord latino staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "latino" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Zelfstandig naamwoord

latino

1. (taal) Latijn

Zelfstandig naamwoord

latino

1. (taal) Latijn

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• la·ti·no

Zelfstandig naamwoord

latino m

1. Latijn, Romein
2. Zuid-Amerikaan, Latijns-Amerikaan

Verwijzingen

• latino in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española

Bijvoeglijk naamwoord

latino

1. Latijns, Romeins
2. Latijns-Amerikaans

Uitspraak

• IPA: /lacɪnɔ/

Woordafbreking

• la·ti·no

Zelfstandig naamwoord

latino

1. vocatief enkelvoud van latina