hockeybal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hockeybal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoc·key·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hockeybal hockeyballen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehockeybalm [2]

  1. (sport) harde bal die men met een houten stick in het doel van de tegenstander probeert te slaan bij het hockeyen
     Hockeybal tegen achterhoofd: topspeler overlijdt: Een bizar ongeluk gisteren tijdens een hockeywedstrijd in Australië: een topspeelster van de North Coast Raiders is omgekomen doordat ze de bal tegen haar hoofd kreeg.[3]
     Kemperman goochelt vrijwel dagelijks met hockeybal en stick. Met drie doelpunten, een paar fraaie assists en talrijke individuele hoogstandjes heeft de linkermiddenvelder het publiek in het ADO-stadion toch al wel kunnen vermaken. "Ik laat inderdaad graag een kunstje zien", zegt de 23-jarige spelmaker in aanloop naar het duel met Engeland in de halve eindstrijd.[4]

Gangbaarheid

  • Het woord hockeybal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. hockeybal op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Weblink bron “Hockeybal tegen achterhoofd: topspeler overlijdt” (maandag 7 mei 2012, 20:10), NOS
  4. Weblink bron “De Cruijff van 't hockey heet Kempi” (donderdag 12 juni 2014, 15:00), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.