hockeyloopbaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hockeyloopbaan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoc·key·loop·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hockeyloopbaan hockeyloopbanen
verkleinwoord hockeyloopbaantje hockeyloopbaantjes

Zelfstandig naamwoord

dehockeyloopbaanv/m

  1. (sport) reeks posities die iemand heeft ingenomen als hockeyspeler
     Marloes Keetels beëindigt na dit seizoen haar hockeyloopbaan. De 169-voudig international zal komende zomer tijdens het WK in Nederland en Spanje haar laatste wedstrijden spelen.[1]
     Op jacht naar haar derde gouden WK-medaille, De Goede had het niet durven dromen toen ze ruim zeven maanden geleden de voorste kruisband van haar rechterknie afscheurde. Weg WK, vreesde de toenmalige aanvoerster van Oranje. En misschien zelfs wel einde hockeyloopbaan op het hoogste niveau.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'hockeyloopbaan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Keetels stopt na dit seizoen met hockey: 'Toe aan andere dingen'” (woensdag 16 maart 2022, 13:15), NOS
  2. Weblink bron “De logische traan van hockeyster De Goede: 'Geloof nog steeds niet dat ik hier ben'” (zondag 3 juli 2022, 10:17), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.