hockeywedstrijd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hockeywedstrijd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoc·key·wed·strijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hockeywedstrijd hockeywedstrijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hockeywedstrijd m [1]

  1. (sport) wedstrijd waarbij twee hockeyteams tegen elkaar spelen
    ▸ Bekijk hier een samenvatting van de hockeywedstrijd tussen Amsterdam en Den Bosch in de tweede speelronde van de Tulp hoofdklasse.[2]
    ▸ Bekijk hier een samenvatting van de hockeywedstrijd tussen Rotterdam en Hamburger Polo Club in de achtste finales van de Euro Hockey League.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord hockeywedstrijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. ↑ Weblink bron “Hockeysters Den Bosch boeken nipte zege op Amsterdam” (zondag 22 september 2024), NOS
  3. ↑ Weblink bron
    zondag, 16:42
    “Hockeyers Rotterdam via shoot-outs naar finaletoernooi EHL” (zondag 22 september 2024), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.