hoedenmaker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoedenmaker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoe·den·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoedenmaker hoedenmakers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehoedenmakerm

  1. (beroep) iemand die hoofddeksels voor mensen maakt
     Niet voor niets deed interim-president Medvedev toen hij net was aangesteld wel erg zijn best om te benadrukken dat zijn moeder niet-Joods was en dat haar achternaam Sjaposjnikov (Hoedenmaker) ook bij Armeniërs voorkwam.[2]
     Hoedenmaker Dirk Jan Kortschot uit Amsterdam: "Veel meer mensen dragen weer een hoed. Ik denk dat het aan de tijd ligt."[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoedenmaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
  3. Weblink bron “Hoedenmaker Dirk Jan Kortschot” (22-03-2017), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.