homoseks

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  homoseks    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·mo·seks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord homoseks
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehomoseksm

  1. intieme handelingen tussen personen van hetzelfde geslacht
     Na een vorig incident met de berechting van een homo, drong de toenmalige minister van Justitie van Tunesië aan op het schrappen van het wetsartikel dat homoseks strafbaar stelt. De bewindsman werd een maand later weggestuurd.[1]
     In de homoscene van de stad wordt gefrustreerd gereageerd op het feit dat homo's geen bloed mogen doneren, terwijl de schietpartij juist in een gaybar was. Mannen die de afgelopen 12 maanden homoseks hebben gehad worden afgewezen uit angst voor hiv en aids.[2]
     Farron kwam in de aanloop van de recente verkiezingen onder vuur te liggen, vooral vanwege opvattingen over homoseksualiteit. Geregeld ontweek hij vragen daarover in interviews. Ook in het parlement kreeg hij vragen over zijn opvattingen over homoseksualiteit en in een interview bij de BBC zei hij uiteindelijk dat "hij dacht dat homoseks geen zonde is".[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord homoseks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Rechter Tunesië legt homo's drie jaar cel op” (maandag 14 december 2015, 23:02), NOS
  2. Weblink bron “Orlando geeft massaal bloed, maar homo's zijn uitgesloten” (maandag 13 juni 2016, 07:00), NOS
  3. Weblink bron “Leider Lib Dems stapt op: politiek en religie moeilijk verenigbaar” (woensdag 14 juni 2017, 20:14), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.