homoziekte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: homoziekte (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhomoˌziktə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ho·mo·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van homo zn en ziekte zn , aangetroffen vanaf 1982 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | homoziekte | homoziektes homoziekten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de homoziekte v
Gangbaarheid
- Het woord homoziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "Nieuwe „homo-ziekte” eist eerste slachtoffer" in: De Volkskrant jrg. 61 nr. 17542 (14 mei 1982); p. 6 kol. 5; geraadpleegd 2019-03-10
- ↑ Waar kwam het virus vandaan? (10 juni 2011) op website: nrc.nl geraadpleegd 2019-03-10
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.