honigzeem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  honigzeem    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·nig·zeem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord honigzeem
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

honigzeem m/o [1]

  1. (het zoetste gedeelte van) honing
     Vol van vreugde en wijn drupten de woorden hem van de mond, zoet als honigzeem.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord honigzeem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.