hoofdkerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoofdkerk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoofd·kerk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdkerk hoofdkerken
verkleinwoord hoofdkerkje hoofdkerkjes

Zelfstandig naamwoord

dehoofdkerkv/m

  1. (religie) voornaamste kerkgebouw in een regio

Gangbaarheid

  • Het woord hoofdkerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.