hoogpolig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoogpolig    (hulp, bestand)
  • IPA: /hoxˈpoləx/
Woordafbreking
  • hoog·po·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstellende afleiding van het hoog (Bijvoeglijk naamwoord) en pool "opstaande draden van een tapijt of kleed" met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen hoogpolighoogpoligerhoogpoligst
verbogen hoogpoligehoogpoligerehoogpoligste
partitief hoogpoligshoogpoligers-

Bijvoeglijk naamwoord

hoogpolig

  1. (van textiel vloerbedeking) met lange haren of lussen, uit een dikke laag opstaand weefsel bestaand
    • Uiterlijkheden als een mooi hoogpolig tapijt en een hardhouten bureau zijn zorgen voor later.[1] 
    • Anonieme voetstappen over het hoogpolige tapijt in de hotelgang, een slot dat voorzichtig wordt geopend met een sleutelkaart, gekuch of flarden van een vrijpartij (het verschil is moeilijk te horen), misschien een kamer of vijf verderop in de gang.[2] 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord hoogpolig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Buiter, O.
    "Gat in markt niet zomaar te vinden" in: Het vrije volk jrg. 40 nr. 11331(18 mei 1984)
    ; p. 17 kol. 6; geraadpleegd 2016-10-25
  2. Harstad, Johan
    Max, Mischa & Het Tet-offensief 2017 ISBN 9789057598494 pagina 14
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.