horecabranche

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  horecabranche    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·re·ca·bran·che
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord horecabranche horecabranches
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehorecabranchev/m

  1. (economie) de bedrijfstak die alle eet- en drinkgelegenheden en logiesverstrekkende bedrijven omvat
     Op verzoek van de horecabranche onderzoekt de gemeente of de ruimere openingstijden op termijn ook kunnen gelden voor kroegen buiten het Leidseplein en het Rembrandtplein.[1]
     Volgens de horecabranche toont de steekproef met 'loktieners' aan dat het drankverbod voor jongeren onder de 18 moeilijk te handhaven is.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord horecabranche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Kroegen Rembrandtplein langer open” (04-12-2014), NOS
  2. Weblink bron “"Jongere koopt probleemloos drank"” (04-01-2014), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.