horecagedeelte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: horecagedeelte (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhoreˌkaɣəˌdeltə / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- ho·re·ca·ge·deel·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van horeca zn en gedeelte zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | horecagedeelte | horecagedeelten horecagedeeltes |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het horecagedeelte o
- (horeca) deel van een gebouw dat bestemd is als uitgaangsgelegenheid
- ▸ De brand ontstond in het horecagedeelte en sloeg over naar de stallen.[1]
- ▸ Medewerkers van horecazaken stuitten af en toe op onbegrip bij bezoekers. Dat ervoer bijvoorbeeld Machteld Menkveld (22), die in het horecagedeelte van een grote winkelketen in Utrecht Overvecht werkt. "In het eerste uur dat we open waren, had ik al direct vier keer ruzie met klanten, inmiddels nog een stuk meer". Wat direct opviel, was dat de vaste klanten wegbleven. "We denken dat ze misschien geen QR-code hebben."[2]
- ▸ De schietpartij vond plaats in Greenwood. Rond 18.00 uur betrad de schutter het winkelcentrum, waar hij in het horecagedeelte begon te schieten. Volgens de politie had de man een geweer bij zich, met meerdere magazijnen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord horecagedeelte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Metershoge vlammen en veel rook bij brand evenementenboerderij” (13 december 2019), NOS
- ↑ Weblink bron “Boa's tevreden over eerste dag 'coronapas', uitgaanspubliek blij” (25 september 2021), NOS
- ↑ Weblink bron “Schutter doodt drie mensen in winkelcentrum Indiana, burger schiet hem dood” (18 juli 2022), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.