hostiliteit

Nederlands

Uitspraak

Geluid: hostiliteit (hulp, bestand)

Woordafbreking

hos·ti·li·teit

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van hostiel met het achtervoegsel -iteit
afgeleid van het Franse hostilité (met het achtervoegsel -iteit) ^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hostiliteit	hostiliteiten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de hostiliteit v

vijandigheid, vijandelijkheid
- Er was een hoop hostiliteit tussen die twee groeperingen.

Vertalingen

1. het vijandig zijn

Duits: Feindlichkeit ^(de) v, Feindseligkeit ^(de) v
Engels: hostility ^(en)

Frans: hostilité ^(fr) v
Spaans: hostilidad ^(es) v, animadversión ^(es) v, animosidad ^(es) v, enemistad ^(es) v

Gangbaarheid

Het woord hostiliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hostiliteit" herkend door:

83 %	van de Nederlanders;
80 %	van de Vlamingen.^[2]

Verwijzingen

↑ Wiktionnaire
↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.