houtomzet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  houtomzet    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɑutɔmzɛt/
Woordafbreking
  • hout·om·zet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord houtomzet houtomzetten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dehoutomzetm

  1. totale hoeveelheid hout die in een bepaalde periode is verkocht, uitgedrukt in de waarde van de opbrengst
    • Naar schatting 60 à 70 procent van de houtomzet (ƒ 3 miljard) gaat naar de bouw. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'houtomzet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.