houtsnijwerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  houtsnijwerk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hout·snij·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord houtsnijwerk houtsnijwerken
verkleinwoord houtsnijwerkje houtsnijwerkjes

Zelfstandig naamwoord

hethoutsnijwerko

  1. een met snijgereedschap bewerkt hout
    • Het houtsnijwerk was met vakmanschap aangebracht. 
     In de voorkamer stond een antiekrode leren chesterfieldfauteuil zij aan zij met een Louis xv -zetel die was voorzien van een oudroze fluwelen bekleding met een rozenmotief, en een voetbankje in ongeveer dezelfde kleur naast een prachtige achttiende-eeuwse salontafel met elegant houtsnijwerk.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord houtsnijwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 17
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.